Als kind heb ik mij altijd anders gevoeld dan anderen, dit was een gegeven voor mij. Op de basisschool kon ik nog aardig meekomen, niets aan de hand zou men zeggen. In het tweede jaar van de middelbare school begon ik vast te lopen. Ik kon mijn hoofd er niet bijhouden en ik vond de lessen weinig interessant. Op dat moment dacht ik oprecht dat ik hier niets aan kon doen en ‘onderging’ ik school als een noodzakelijk kwaad. Ik had een’ fixed mindset’. Na zes jaar worstelen heb ik school verlaten met een HAVO-diploma om vervolgens te gaan werken, studeren was duidelijk niet één van mijn talenten. Ik was ervan overtuigd dat ik niet intelligent genoeg was om een vervolgstudie te gaan doen en ik had inmiddels een bijzondere hekel aan school gekregen. Na twee jaar werken, besloot ik dat ik te weinig zingevening in mijn leven had en ben ik toch gaan studeren. Ik ben docent wiskunde geworden, zo kon ik leerlingen die hulp en inzichten bieden die ikzelf nooit heb gehad. Vele jaren later kwam ik erachter dat ik hoogbegaafd ben, mijn leven viel op zijn plek. Ik begreep wie ik was een waar mijn worstelingen vandaan kwamen. Nu ben ik ben moeder van twee getalenteerde meisjes en kan vanuit het perspectief van ouder zien en leren welke schoonheid en uitdagingen hoogbegaafd met zich meebrengt.